Leeuw

Leeuwen hebben een kortharige bruine vacht (dat zijn de manen) en een donker kwastje aan het puntje van de staart. De leeuw is de koning van de dieren. De leeuw kan 3 meter hoog springen en 8 meter ver. De meeste mannetjes hebben zwarte of bruine manen  met een variërende lengte op de kop, hals en schouders. Vrouwtjes hebben geen manen.

De leeuw komt nog in bepaalde delen van Afrika voor en in een klein stukje van India. De vrouwtjes het meeste werk bij de jacht. Dat gebeurt meestal 's nachts . Tijgers leven in groepsverband en leeuwinnen gaan dan ook in de regel samen op jacht.

Soms kan de leeuw wel 20 jaar worden. Eigenlijk slapen de mannetjes 20 uur per dag.

De olifant

De olifant is het grootste dier dat op het land leeft. Een olifant kan 6.000 kilo wegen en 3.5 tot zo’n 4 meter hoog worden. Geen enkel dier heeft zo’n lange slurf. Er zijn wel dieren met een kortere slurf (of langere neus) zoals tapir en olifant spitsmuis.